maandag 4 mei 2009

Dag 19 Death Valley --> Lee Vining 289 mijl/ 462,4 km
zondag 8 aug 2004
Zoals gewoonlijk deze vakantie weer vroeg uit bed. Maar vandaag was dat niet erg; het is heerlijk te kunnen ontbijten op het terras in de ochtendzon. Toen wij om 9.00 uur bij Zabriskipoint aankwamen was het al 44º C. Het uitzicht vanaf dit punt is werkelijk fantastisch. Je kunt vanaf hier duidelijk de vele kleurschakeringen van het gebied zien. Vervolgens gingen we naar de Sand Dunes (foto). Onderweg kwamen we langs een Coyote die gelukkig even voor de foto bleef poseren. De Sand Dunes zijn een indrukwekkend deel van de Death Valley. 36 km² door de wind gerimpelde zandduinen, waarvan sommige wel 24 meter hoog zijn.
Hier en daar wat verdorde grassen en struiken. Eigenaardig om hier midden in die versteende woestijn plots duinen te zien. We wilden graag een foto maken zonder struiken op de voorgrond. Dat leek heel makkelijk, maar de praktijk wees uit dat dit heel lastig is. Steeds als we weer over een heuvel waren en dachten dat er alleen nog maar een zandvlakte zou zijn waren er weer nieuwe heuveltjes met begroeiing. We hebben dus foto’s mét begroeiing. De weg die ons Death Valley uitleidt was een geheel andere dan waarover we binnen kwamen. Eerst heuvelige “bumps” later slingerend door de bergen waarna we opeens weer op een zandvlakte kwamen. Het landschap verandert langzaam van droog en dor in groen met wat schaarse dennenbossen. Rechts van ons was de Mojave Dessert/Inyo Mountains en links de Sierra Nevada met de 4.418 meter hoge Mount Whitney. Bovenop de Sierra Nevada lag zelfs nog sneeuw. We hadden eigenlijk naar Sequoia N.P. willen gaan maar dat lag niet echt op de route. We zouden behoorlijk om moeten rijden om over de Sierra Nevada te raken. In Bischop lunchen wij en willen we de foto’s weer op cd-rom laten zetten bij de K-markt. De bediende heeft echter al zoveel moeite met het opslaan van de foto’s in de pc dat we ons wat zorgen maken over het uiteindelijke resultaat. De bediende geeft toe dat hij niet weet hoe het werkt, waarop Jos assistentie verleent en zelf achter de toonbank stapt en het klusje in een handomdraai klaart. Zo is het nóg sneller dan de gebruikelijk 1 uur service. Het eindpunt van vandaag is Lake Mono; één van de oudste meren ter wereld. Dit meer is twee en een half keer zo zout als de oceaan en door de daling van de waterspiegel rijzen uit het water grillige tufsteenpieken op. We besluiten in Lee Vining te overnachten. Dit is tevens de eerste plaats waar wij volop bordjes zien met “no vacancy”. Uiteindelijk vinden wij nog een plaats in een motel dat vooral goed bij ons past omdat er in de voortuin een picknicktafel annex terras staat. Snel een koel biertje en een boek gepakt en daar zaten we al weer heerlijk te genieten.
’s Avonds zijn we op aanraden van de gastvrouw gaan eten in “Nicely’s restaurant”. Dit bleek niet echt een gelukkige keuze te zijn want het eten werd koud opgediend door een serveerster die het nog raar vindt dat je er wat van zegt. Ze had begrip verwacht omdat het druk was. Druk of niet het moet gewoon goed zijn.
Uiteindelijk bood ze aan om er iets aan te doen (= opwarmen in de magnetron) maar wij wilden graag een heel nieuw gerecht. Uiteindelijk kwam dat er ook, hoewel je nooit weet of het toch niet gewoon is opgewarmd in de keuken, maar het was nog steeds lauw. Toch maar opgegeten maar ook de smaak was niet geweldig. Tot nu toe de eerste keer dat we echt niet tevreden waren over het eten. ’s Avonds zijn we dorp nog wat gaan verkennen maar dat bestaat niet uit meer dan één winkeltje. (foto: Mono Lake, Lee Vining)